'We zien de noodzaak echt wel, en ook dat het enorm waardevol is om jongeren te betrekken. Maar…'
We horen het steeds weer als organisaties of overheden jongeren willen gaan betrekken. Op de drie puntjes staan dan allerlei twijfels om gewoon te beginnen met jongerenparticipatie. Vijf daarvan komen telkens terug. We zetten ze voor je op een rij, mét manieren om ze te overwinnen en toch stappen te zetten in het samenwerken met jongeren.
1. 'Het kost te veel tijd.'
Dat participatie vormgeven tijd kost, daar hoeven we het niet lang over te hebben. Dat is gewoon waar. Maar als je het afzet tegen hoe het nu vaak gaat, is het maar de vraag of dat erg is. We zien in ons werk teveel dat beleid achter de laptop wordt gemaakt of met “stakeholder-meetings”, waar geen jongere of andere doelgroep ooit bij betrokken wordt. Dan blijkt vaak dat nieuw beleid dan helemaal niet zo positief uitpakt in de praktijk.
Voor je daarachter bent is er meestal al veel tijd verstreken. Dan moet je terug naar de tekentafel en hopen dat de aanpassingen die je doet wél werken. In de tussentijd betalen jongeren de prijs voor de negatieve bij-effecten van beleid en zitten uitvoerende professionals met de handen in het haar omdat ze vast zitten in een systeem dat jongeren van de regen in de drup helpt.
Aan de voorkant participatie goed en betekenisvol organiseren levert beleid op dat echt aansluit bij jongeren die met dat beleid te maken krijgen. Bovendien creëert deze samenwerking met jongeren én professionals tijdens het proces van participatie ook nog eens veel meer draagvlak - want je maakt beleid samen. Dat maakt de implementatie en uitvoering van het beleid veel makkelijker.
Kortom: investeren in goede participatie van jongeren en professionals levert beter beleid op, in minder tijd en met lagere maatschappelijke én financiële kosten.
2. 'Geen idee waar ik jongeren kan vinden'
Jongeren vind je meestal niet op de plek waar beleid wordt gemaakt. En even de straat op lopen levert je natuurlijk ook niet zomaar de input op die je nodig hebt. Jongeren bevinden zich typisch nu eenmaal op andere plekken dan volwassen professionals.
Wij werken in allerlei projecten en initiatieven dagelijks samen met jongeren. Bovendien werken we samen met een breed netwerk aan partners die zich op vele plekken en manieren inzetten voor jongeren. Via onze eigen initiatieven en die van partners hebben we makkelijk toegang tot verschillende groepen jongeren, die overal in het land wonen en diverse achtergronden hebben. Handig, want zo start je niet op 0 en kan je voortborduren op bestaande relaties en vertrouwensbanden die er al zijn. Dat maakt het veel makkelijker om jongeren te vragen betrokken te raken bij je beleid.
Omdat we weten dat (de juiste) jongeren vinden een belangrijke voorwaarde is voor participatie, leren we professionals in onze trajecten altijd hoe je zulke partners vindt en hoe je met hen jongeren aantrekt om mee te denken en doen. Zo’n investering in goede partners in je omgeving is niet alleen voor je huidige vraag, maar ook voor de lange termijn waardevol. Bovendien blijft zo iedereen doen waar zij goed in is en hoef je als beleidsmaker niet ineens een heel nieuw vak ernaast te leren.
Kortom: leren hoe je een duurzame samenwerking met jongeren en partners opzet levert op lange termijn toegang tot jongeren op; voor nu én straks.
3. 'Straks willen ze van alles wat helemaal niet kan'
Misschien komen uit je participatietraject wel allemaal onhaalbare wensen van jongeren. We zien vaak dat het moeten teleurstellen van jongeren als een enorme drempel wordt ervaren voor beleidsmakers en bestuurders. Liever kop in het zand en niet weten wat er leeft dan moeten zeggen dat je iets niet kan of wilt veranderen…
In onze ervaring vergroot deze angst de kloof tussen jongeren en de overheid onnodig en leidt het tot beleid wat niet aansluit bij wat jonge mensen daadwerkelijk verder helpt in hun leven. Helemaal niet nodig als je het ons vraagt!
Voor je start met een traject voor jongerenparticipatie, helpen en leren we je om duidelijke kaders te stellen. De meeste jongeren snappen best dat zulke kaders nodig zijn: met goed verwachtingsmanagement is er meestal meer dan voldoende ruimte om te voldoen aan wensen die wél realistisch zijn. Bovendien rusten we de jongeren met wie we samenwerken toe om ook te snappen welke andere belangen er invloed hebben op (beleids)keuzes.
Ontdekken we in een verkenning met beleidsmakers vooraf dat de kaders en eisen zo beperkt zijn dat er eigenlijk toch niks kan? Dan kun je de moeite maar beter besparen en helemaal niet starten met participatie. Dat scheelt voor iedereen een hoop tijd, ongemak en teleurstelling.
Kortom: met de juiste kaders en verwachtingen kun je prima werkbare resultaten krijgen.
4. 'Straks willen ze van alles wat helemaal niet kan'
Vaak ontstaat het beeld dat jongeren helemaal niet mee willen denken of doen in het maken van beleid. Ze zijn al afgehaakt. Hebben geen interesse in “the bigger picture”. Het is vast veel te complex voor hun beperkte levenservaring en kennisniveau.
Maar kijk je wat verder, dan is die conclusie meestal voorbarig. Onderzoeken én onze dagelijkse praktijk laten juist zien dat jongeren heel graag gehoord en serieus genomen willen worden. Het zijn meestal de voorwaarden en werkvormen die overheden of organisaties bedenken die jongeren belemmeren om echt mee te doen.
Dit vraagt simpelweg dat je in het ontwerp van je traject de voorwaarden zo bedenkt dat jongeren mee kúnnen doen. Hoe je dat doet? Samen met jongeren. Dat is waarom wij al vanaf de start van een vraag jongeren meenemen, nog voordat er inhoudelijk een woord wordt gewisseld. Want pas als de voorwaarden voor iedereen kloppen, is er de ruimte en vrijheid om echt samen te werken.
Kortom: jongeren willen best, als je maar zorgt voor passende voorwaarden waarop ze mee kunnen doen.
5. 'Help, ik kan dat helemaal niet!'
De meeste professionals die we tegenkomen, hebben niet gestudeerd om met jongeren te werken. En dat hoeft ook helemaal niet. Juist daarom zijn wij er. We zorgen er voor dat iedereen kan doen waar zij goed in is. Met de juiste partners en ondersteuning hoef je zulke trajecten dus absoluut niet alleen te doen.
Tegelijk denken we dat bepaalde principes van het werken met jongeren voor iedereen waardevol zijn. Tijdens onze trajecten maken we daarom altijd ruimte om samen te leren over hoe je dat doet. Zodat je in een volgend traject skills hebt die van pas komen en je helpen meer zelf te doen.
Wij hebben inmiddels geleerd: het allerbelangrijkste in het werken met jongeren is dat je jezelf bent. Met je talenten en de dingen die je goed kan, én het lef om te zeggen wat je (nog) niet kan of snapt. We nodigen je daarom altijd uit om helemaal als jezelf te komen - dat doen wij namelijk ook. Als we vragen van jongeren om bij te dragen aan beleidsvorming vragen we hen vaak (onbewust) om zich kwetsbaar op te stellen. Dat zullen ze eerder doen als wij dat als volwassenen óók doen. Spannend en verfrissend tegelijk.
“Er werken voor onze gemeente duizenden mensen. Ik weet zeker dat bijna elke collega zelf ook levenservaring heeft die ons beleid rijker en beter zou maken. Maar we hebben het er nooit over. Niet tijdens de koffie. Niet tijdens werkoverleggen. Niet tijdens teamdagen. Doordat ik nu wel nadenk over participatie van jongeren op mijn beleidsthema ben ik me ervan bewust hoe afstandelijk wij eigenlijk als team zijn. De jongeren hebben me geleerd dat er ook binnen onze organisatie nog een wereld te winnen is als het gaat over het gebruik maken van levenservaring van ons allemaal.”
Kortom: je hoeft het niet alleen te doen. We helpen je én leren je ondertussen hoe jongerenparticipatie werkt, zodat je steeds meer zelf kan.
Conclusie
Jongerenparticipatie is niet alleen enorm waardevol, het is ook haalbaar. Keer op keer merken we dat met de juiste ondersteuning de drempels eigenlijk niet zo hoog zijn, of zelfs niet bestaan. En dat investeren in jongerenparticipatie altijd meer oplevert dan je vooraf denkt.
Met ons in gesprek over de drempels die jij als professional ervaart in het werken met jongeren? Bel of mail ons gerust, we denken graag met je mee.